Onderstaande printversie van het indicatorenboek werd door uw browser gegenereerd, en zal niet steeds optimaal ogen. Via de ingebouwde printfunctie op de website van het Indicatorenboek (ronde knop rechts bovenaan) kan u een printvriendelijke PDF genereren met mooi ogende lay-out.
3.2.2Financiering van junioronderzoekers
In de HRRF-databank manifesteert zich gedurende decennia een absolute stijging van de junioronderzoekers. De grootste stijging vindt men terug in het aantal "Bursalen" waardoor de bursalen in relatieve zin al decennia de allergrootste groep vormen. In de meest recente cijfers maken zij ongeveer drie vierde uit van de junioronderzoekers. De tweede grootste groep van de junioronderzoekers is de "Overige", waaronder plaatsvervangende assistenten, personeel zonder doctoraatsdoeleinde, vrijwillig medewerkers en sinds 2013 ook OP2-assistenten en werkleiders en OP1 (hoofd)lectoren. Anno 2019 is minder dan 7% van de junioronderzoekers "Assisterend academisch personeel" en minder dan 5% "Wetenschappelijk medewerker' (BOF-mandaten of onderzoeksprojecten).
Figuur 4. Instroom van junioronderzoekers naar aandeel per dominant statuut, 1990-1991 tot en met 2018-2019
Bron: HRRF
Noot: Junioronderzoeker is een persoon met een junioraanstelling als onderzoeker / Het dominant statuut wordt dynamisch bepaald op basis van de verschillende junioraanstellingen in de gecapteerde loopbaan.